Biologische diversiteit en intersekse

We worden allemaal geboren met biologische geslachts- en lichaamskenmerken, zoals chromosomen en geslachtsorganen. Tijdens de puberteit komen daar andere kenmerken bij, zoals borstontwikkeling en lichaamsbeharing. Vaak worden deze lichaamskenmerken door onze maatschappij ingedeeld in 'typisch' mannelijk of vrouwelijk. We leren op school dat typische mannen XY-chromosomen, teelballen en veel lichaamsbeharing hebben. Maar dat is de werkelijkheid onrecht aandoen, want er zijn ook mannen zonder teelballen en met weinig lichaamsbeharing. Net zoals er vrouwen zijn met XY-chromosomen.

Deze mensen vormen geen uitzondering op de regel, want onze biologie volgt geen regels. Er is meer variatie mogelijk dan we doorgaans leren op school. Ongeveer 1 op 2000 mensen wordt geboren met natuurlijke lichaamskenmerken die door onze maatschappij niet als typisch mannelijk of vrouwelijk worden gezien. Sommige lichaamskenmerken zijn al bij de geboorte zichtbaar (omdat de geslachtsorganen een andere vorm hebben); andere kenmerken worden pas in de puberteit vastgesteld (zoals wanneer een meisje niet menstrueert). En nog andere kenmerken worden pas in de volwassenheid vastgesteld (bijvoorbeeld als iemand onvruchtbaar blijkt).

Er bestaan verschillende termen om deze groep lichaamskenmerken te benoemen. Dokters spreken soms over DSD, wat staat voor Disorders/Differences of Sex Development (stoornissen of verschillen in de geslachtsontwikkeling). Deze term kan de indruk wekken dat een medische behandeling noodzakelijk is, terwijl de meeste lichaamskenmerken en variaties geen problemen stellen voor de gezondheid. Sommige mensen verkiezen daarom de beschrijving van hun specifieke lichaamskenmerken (zoals een kleine penis of een afwezige baarmoeder) of conditie-specifieke benamingen (zoals hypospadie, het syndroom van Klinefelter of het androgeen ongevoeligheidssyndroom). Anderen verkiezen de term intersekse ('tussen de seksen'), omdat die weergeeft dat het lichaam niet helemaal typisch mannelijk of vrouwelijk is. De meeste intersekse personen voelen zich man of vrouw en presenteren zich ook zo. Onze lichaamskenmerken kunnen nooit voorspellen hoe we ons zullen voelen of tot wie we aangetrokken worden. De genderkoek van çavaria maakt dit concept behapbaar voor iedereen.

Intersekse en transgender staan helemaal los van elkaar. Het is niet omdat je intersekse bent, dat je transgender bent. Omgekeerd zijn transgender personen meestal niet intersekse. Toch kunnen ook intersekse personen zich niet goed voelen in hun huidige genderrol, en stappen ondernemen om in een andere genderrol door het leven te gaan. Vroeger werden ook de termen hermafroditisme en interseksualiteit gebruikt, maar die worden niet meer aanvaard. Hermafroditisme wordt als beledigend ervaren, interseksualiteit als incorrect: het gaat namelijk over het spectrum tussen de biologische geslachten en biologische diversiteit​, niet over seksualiteit.

Leestips

Kijktips

Boeiend onderwerp?